U bent hier
Nieuwe museumpublicatie over het Izegemse verhaal van stoom en stroom
120 jaar geleden werd de Izegemse elektriciteitscentrale officieel geopend. “Het boeiende verhaal van stoom en stroom in onze stad werd gebundeld in een nieuwe publicatie van het stadsmuseum Eperon d’Or. De stad Izegem is door dit verhaal nog altijd de trotse eigenaar van de grootst bewaarde stoommachine van het land en van een uniek museum”, zegt schepen van Musea en Erfgoed Kurt Himpe.
“Izegem was een van de eerste gemeenten die de stap zetten naar de productie van elektriciteit en in 1899 werd de beslissing genomen om allerlei werkzaamheden te financieren, “waaronder het verlichten der stad met den elektriek.” Maar de productie van elektriciteit zorgde ook voor de economische groei van de stad”, verduidelijkt wetenschappelijk medewerker Piet Van Coillie. “Wat begon met een bescheiden elektriciteitscentrale, groeide gestaag uit tot een groot bedrijf met nieuwe installaties en gebouwen.”
“In 1955 werd de elektriciteitscentrale een gemeentebedrijf, waar de stadskas wel bij vaarde. In 1972 richtte Izegem zelfs een eigen televisie- en radiodistributienet op, waarvan een restant nu nog zichtbaar is op de hoge schoorsteen. Een betonnen liftcabine waar ook de masten en antennes op gemonteerd werden”, zegt conservator Hilde Colpaert.
Van centrale naar museum
“Het verhaal van Izegem dat één van de eerste gemeenten was om een eigen elektriciteitscentrale te bouwen en één van de laatste om het oorspronkelijke recht om de stroom zelf te verdelen af te staan, is op meerdere vlakken uniek in Vlaanderen. In 1958 wordt de ene stoommachine van 1500 PK en de daaraan gekoppelde installaties uit 1926 afgebroken. De overgebleven stoommachine van 1650 PK uit 1936 drijft in 1960 voor het laatst de generatoren aan. De installatie werd enkele jaren later definitief uit dienst genomen en in 1978 als monument beschermd. In 2015 werd het gebouw beschermd. Intussen zorgden de Stoomvrienden ervoor dat het grote publiek weer voor de eerste keer sinds het stilleggen van de machine in de jaren 1960 het kleppensysteem kan zien werken en de machine er weer piekfijn en sprankelend uitziet”, zegt schepen Himpe.
Drieluik
“De nieuwe publicatie vervolledigt een drieluik over de thema’s van de Izegemse musea”, aldus Hilde Colpaert. Eerder verschenen de publicaties ‘Chaussures d’Iseghem’ en ‘Borstels. Brushes. Brosses’. Aan de nieuwe publicatie werkten, naast enkele medewerkers van Eperon d’Or, ook gastauteurs mee. Zij belichten onder andere de plaats van Izegem binnen de elektrificatie van ons land, de Vynckier-connectie en de werking van de Izegemse stoommachine. Waarom koos het stadsbestuur in 1899 voor een gedurfd project? Was de situatie van Izegem zo uniek als men beweerde? Waarom bleef men investeren in de stoommachines? De publicatie zorgt voor een antwoord en is te koop in Eperon d’Or voor 12 euro.