Izegems museum Eperon d’Or verwelkomt op eerste verjaardag 28.000ste bezoeker

Het Izegemse museum is op 2 juni precies één jaar open. “We verwelkomden op vrijdag 1 juni de 28.000ste bezoeker”, zegt een tevreden schepen van Erfgoed en Toerisme Kurt Himpe (N-VA). Dayron De Clercq uit Wingene ontving een cadeaupakket met tickets voor Eperon d’Or, het zwembad en De Leest. Hij was er op bezoek met zijn klas van het Roeselaarse MSKA.

“In vergelijking met het vroegere borstel- en schoeiselmuseum is dat bijna een drievoud van het aantal jaarlijkse bezoekers en we kunnen dus zeker zeggen dat Eperon d’Or een succes is. Op de eerste verjaardag verwennen we alle bezoekers ook met een passend verjaardaggeschenkje”, aldus schepen Himpe.

“Het prachtige art deco-gebouw is op zich een parel die heel wat bezoekers aantrekt, maar het vernieuwde museale concept zet de geschiedenis van de schoen- en borstelindustrie van de stad opnieuw op de kaart en blijkt een ferme toeristische troef”, verduidelijkt conservator Hilde Colpaert.

Dit jaar staan nog een aantal grootste activiteiten op de planning. “Tijdens de zomervakantie is er de zomerzoektocht van Vlieg en er zijn twee workshops voor volwassenen om vakantieslippers en handtassen te maken. In het najaar komt er opnieuw een cultuurwandeling die de historische bedrijvigheid in onze stad vanaf de Eerste Wereldoorlog in de kijker zal zetten”, aldus de conservator.

“In november zetten we Eperon d’Or ook op de kaart met de Internationale Schoenconferentie die voor de achtste editie van het Tsjechische Zlin naar Izegem verhuist”, vult Himpe aan. “Een belangrijke impuls om het museum internationaal bekend te maken.”

Grote plannen

De industriële erfgoedsite omvat niet alleen Eperon d’Or dat het streekbezoekerscentrum en een ruime schoenen- en borstelcollectie huisvest, maar ook de elektriciteitscentrale met de grootst bewaarde stoommachine van het land. “Ook daarvoor liggen er concrete toekomstplannen op tafel”, zegt de erfgoedschepen. “Met de restauratie van het gebouw en de schoorsteen willen we het museum Stoom en Stroom uitbouwen tot een tweede toeristische trekpleister.”