U bent hier
N-VA stapt af van STOP-principe
Het mobiliteitsplan blijft voor discussie zorgen in Izegem. Het Actiecomité voor Zelfstandigen in Izegem (AZI) voert verder actie tegen het plan. De N-VA stelt een nieuw mobiliteitsprincipe voor: het KNIK-model.
Tijdens een nationale studiedag over mobiliteit op zaterdag 19 november in Hasselt maakte de N-VA bekend af te willen van het STOP-principe. “Volgens dit principe verloopt mobiliteit in een bepaalde voorkeur en krijgen stappers (voetgangers), trappers (fietsers) en openbaar vervoer voorrang op de personenwagen”, stellen gemeenteraadsleden Kurt Himpe en Trui Tytgat (N-VA).
“Met het STOP-principe is zeker een stap vooruit gezet in de verkeersveiligheid en is er een mentale verschuiving gebeurd. Maar feitelijk is er weinig gewijzigd. De Izegemnaar gebruikt nog altijd de wagen voor de verplaatsingen en daar zijn duidelijke bewijzen voor”, stelt raadslid Himpe. “Zo wordt er bijvoorbeeld nog altijd geïnvesteerd in de wekelijkse marktbus. Daardoor heeft de Izegemnaar een alternatief voor het autogebruik. Maar in 2010 zakte het aantal gebruikers naar een historisch dieptepunt sinds de invoering in 2002. En dat ondanks de moeilijke bereikbaarheid van het stadscentrum door de vele werken.”
“We moeten dus zorgen voor een optimale mix tussen de vervoersmiddelen waarbij elk vervoersmiddel, ook de auto, op zijn sterke punten wordt uitgespeeld. En we moeten rekening houden met de realiteit: Izegem is geen typische winkelstad en dus is en blijft ook de wagen een vervoersmiddel om te winkelen. Daarom heeft de N-VA een alternatief mobiliteitsplan voorgesteld waarbij we ook de doorstroming van de wagen in het stadscentrum alle kansen geven.”
Van STOP naar KNIK
“In plaats van het STOP-principe schuift de N-VA het KNIK-systeem naar voren”, aldus raadslid Trui Tytgat. “Onze partij kiest ervoor om in te zetten op een duurzame mobiliteit op basis van de vier bouwstenen kwaliteit, netwerken, iedereen mobiel en knooppunten. Het Izegemse stadscentrum moet dus bereikbaar blijven met netwerken waarbij er een optimale mix is van de verscheidene vervoermiddelen. Iedereen moet mobiel kunnen zijn en kunnen kiezen welk vervoersmiddel ideaal is voor die verplaatsing. Met de invoering van knooppunten kunnen dan overstapmogelijkheden gecreëerd worden.”
Enkele concrete voorbeelden van toepassingen van het KNIK-principe voor het Izegemse mobiliteitsplan:
- de N36 is een belangrijke verkeersader voor de stad en mag geen flessenhals worden waardoor de doorstroming belemmerd wordt;
- de herinrichting van de stationsomgeving biedt volgens de N-VA een ideale kans om centraal een knooppunt voor overstapmogelijkheden te realiseren (met parking, busstation, spoorweg, fietsstallingen);
- een realistische zone 30 in de stad waarbij fietsers en voetgangers de nodige ruimte krijgen;
- een alternatief circulatieplan waardoor het stadscentrum voor de autobestuurder vlot bereikbaar wordt;
- realisatie van bijkomende parkeergelegenheid (parkeertorens) op de huidige site van de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord en de huidige parking tussen de Wijngaardstraat en de Kruisstraat en het onderzoek naar de realisatie van een parking onder de Korenmarkt.
“We blijven dus pleiten voor ons alternatief voor het mobiliteitsplan. Daarin geven we de autobestuurder ook volop de kans, naast de fietser, de voetganger en het openbaar vervoer en houden we rekening met de economische realiteit in onze stad. En ons standpunt om af te stappen van het STOP-principe sluit dus aan bij de opmerkingen van AZI”, besluiten Himpe en Tytgat.