N-VA zegt neen tegen het imperialisme van Zonnekoning Luc Martens

Nu de fusie tussen het Heilig Hartziekenhuis en het Stedelijk Ziekenhuis in Roeselare is bekendgemaakt, wil de Roeselaarse burgemeester Luc Martens zich meteen ook mengen in het beleid van de Sint-Jozefskliniek in Izegem. Martens vindt dat het Izegemse ziekenhuis zich zou moeten heroriënteren naar een dagziekenhuis en een ziekenhuis voor chronische patiënten. De Sint-Jozefskliniek zou met andere woorden alle andere specialisaties moeten afstoten, ten voordele van het Roeselaarse fusieziekenhuis.

“Het imperialisme van Zonnekoning Luc Martens kent blijkbaar geen grenzen”, aldus Izegems N-VA - lijsttrekker Bert Maertens. “Hij beschouwt als burgemeester van de grootste stad in Midden-West-Vlaanderen alle omliggende gemeenten als zijn wingewest. Alle lusten voor Roeselare, maar de lasten zo veel mogelijk voor de andere gemeenten. Dat is zijn beleid. Eerst was er de autohandelszone die hij van Beitem naar Izegem wou verplaatsen, daarna volgden enkele hinderlijke windmolens op de grens met Izegemse woonwijken en nu is er de saga rond het ziekenhuis. ”De Izegemse Sint-Jozefskliniek zal zelf wel bepalen waar zich in de toekomst op te richten. Daar hebben we hier de bemoeienissen van Martens niet voor nodig.”

Het Izegemse ziekenhuis bouwt momenteel zelf een nieuwe sterilisatieafdeling, spoed, chirurgisch dagziekenhuis en een afdeling intensieve zorgen. Daar komen ook nog de meer dan 50 bedden van het revalidatiecentrum Ten Bos bij. “Daarmee heeft de Sint-Jozefskliniek alle troeven in handen om ook in de toekomst een volwaardig ziekenhuis te blijven”, stelt N-VA - gemeenteraadslid Filip Motte, die zelf arts is.

“Uiteraard mag ons ziekenhuis niet blind zijn voor de komst van een modern nieuwbouwziekenhuis in Oekene. We moeten rustig bekijken hoe we kunnen samenwerken waar nodig en nuttig. Maar de bemoeienissen van burgemeester Martens zijn allesbehalve een goeie vertrekbasis daarvoor. Door zo’n agressief imperialistisch gedrag torpedeert hij zelf de rust die nodig is om samenwerking een kans te geven”, besluit Motte.