U bent hier
Stadsmuseum Eperon d'Or open voor publiek
Izegemnaars maken zelf deel uit van museum dankzij Eregalerij
IZEGEM - Het nieuwe stadsmuseum Eperon d'Or is het voorbije weekend officieel geopend. De eerste bezoekers reageren positief. “Een echte aanwinst voor de schoenen- en borstelstad”, klinkt het.
Vorig jaar was de voorbouw al even open, maar het voorbije weekend opende het ondertussen afgewerkte Eperon d'Or de deuren. Het nieuwe stadsmuseum vertelt het verhaal van de schoenfabrieken en de borstelnijverheid, met authentieke machines en natuurlijk heel wat oude borstels en schoenen.
Het museum was afgelopen weekend vrij te bezichtigen, maar er waren ook rondleidingen met gids of met audiogids in verschillende talen. Meer dan zeshonderd geïnteresseerden verkenden het stadsmuseum tijdens het eerste weekend.
Taatsvoet
Ann Deforche (58) kwam naar Eperon d'Or met kleinzoon Jelle (9). Zelf stamt ze uit een schoenmakersfamilie. Ze vertelden aan Jelle hoe oma's mama en papa schoenen maakten thuis aan de eettafel. “Mijn moeder was stikster en mijn vader herstelde schoenen. Na schooltijd moest ik vaak helpen”, herinnert Ann zich.
Zij vindt het museum erg mooi. “In het oude museum stond nog veel materiaal in de kelder, omdat er geen plaats was om alles uit te stallen. Dat is nu gelukkig beter. Ook de taatsvoet van mijn vader heeft een mooie plek gekregen.”
Ook Okra-voorzitter Dirk Van Haecke keurde het stadsmuseum goed. “We zijn hier al geweest toen enkel de voorbouw open was, maar het eindresultaat is indrukwekkend. Er is duidelijk goed over nagedacht. Er staan zelfs schoenen van de Izegemse wielrenners. Het is op zich ook een heel mooi gebouw.”
Eregalerij
Ondertussen blijft het museum foto's inzamelen van bezoekers voor de eregalerij. Veel mensen die deze tijdens het openingsweekend gezien hebben, lieten al weten dat ze nog oude foto's zullen binnenbrengen. “Eperon d'Or is een museum voor en door de Izegemnaars”, benadrukt schepen Kurt Himpe. Met de eregalerij gaat de Izegemnaar ook echt deel uitmaken van het museum.
Bron: Stephanie Demasure, Het Nieuwsblad/Regionaal: Roeselare-Tielt-Izegem, 06.06.2017, p. 1; cf. nieuwsblad.be