Steeds meer West-Vlaamse bibliotheken hanteren dezelfde tarieven en termijnen

De provinciale richtlijn voor bibliotheektarieven en –termijnen blijkt na twee jaar nog niet overal toegepast te worden in West-Vlaanderen, maar steeds meer ingang te vinden. Dat blijkt uit een antwoord van gedeputeerde Myriam Vanlerberghe (sp.a) op een schriftelijke vraag van provincieraadslid Kurt Himpe (N-VA).

De provinciale richtlijn is bedoeld voor gemeentebesturen en bibliotheken die hun tarieven en termijnen willen aanpassen en willen afstemmen met de omliggende bibliotheken. De richtlijn is geen verplichting en werd door de deputatie goedgekeurd in april 2013. 

“Twee jaar na de invoering blijkt dat een groeiend aantal bibliotheken de provinciale richtlijn volgt, maar niet meteen op alle onderdelen”, aldus provincieraadslid Himpe. “In de richtlijn zijn er zes aanbevelingen, onder andere over het lidgeld van vijf euro, een uitleentermijn van vier weken voor alle materialen en het tarief voor een interbibliothecaire aanvraag.”

“Uiteraard zou een toepassing van de provinciale richtlijn en de eenvormigheid ten goede komen van de bibliotheekgebruiker. Een boek ontlenen in de ene bibliotheek kan soms maar twee weken, in een andere bibliotheek vier weken. Dat leidt tot verwarring en een rompslomp”, aldus provincieraadslid Kurt Himpe. “Dezelfde tarieven en termijnen zorgen ook voor  een betere structurele samenwerking tussen de bibliotheken.”

Gedeputeerde Vanlerberghe meldt ook dat er jaarlijks een bevraging over de toepassing van de richtlijn gebeurt, maar tot nu toe was er geen evaluatie.

Provincieraadslid Kurt Himpe drong eerder al aan om vooral via de samenwerkingsverbanden van bibliotheken de provinciale richtlijn te laten implementeren. Zo wordt ook binnen Broere, een samenwerkingsverband tussen de bibliotheken van Hooglede, Ingelmunster, Izegem, Ledegem, Lichtervelde, Moorslede, Roeselare en Staden getracht tot een uniform systeem te komen op basis van de provinciale aanbeveling.