Eperon d’Or brengt nieuwe publicatie over de Izegemse schoennijverheid op de markt

Enkele maanden na de opening van het nieuwe museum komt Eperon d’Or ook al met een nieuwe publicatie naar buiten. “De rijke geschiedenis van de schoennijverheid en de internationale weerklank staan hierin centraal”, zegt schepen van Erfgoed en Cultuur Kurt Himpe (N-VA).

“De rijk geïllustreerde publicatie ‘Chaussures d’Izegem. Over een schoennijverheid met internationale weerklank’ is een eerste voorbeeld van wetenschappelijk onderzoek dat het nieuwe museum Eperon d’Or wil uitvoeren naar de historische ambachten van onze stad”, aldus schepen Himpe. “De publicatie is gebaseerd op het onderzoekswerk van Raf Vandenberghe die ereconservator is. Wetenschappelijk medewerker Piet Vancoillie herwerkte de teksten naar aanleiding van de start van de nieuwe museumsite Eperon d’Or en werd aangevuld door conservator Hilde Colpaert en Piet Vancoillie met getuigenissen van een achttal mensen die in de Izegemse schoennijverheid werkten.”

Schoenindustrie vroeger en nu

“De publicatie brengt een volledig overzicht van de schoennijverheid van Izegem vanaf de geleidelijke groei in de negentiende eeuw tot vandaag”, verduidelijkt Hilde Colpaert. “Vandaag is Mareno nog de enige schoenfabriek en daarnaast zijn er ook drie orthopedisten die schoenen op een ambachtelijke manier vervaardigen.”

“Het verhaal van groei, van vallen en opstaan, van de sociale omstandigheden in deze periode van ongeveer twee eeuwen is aangevuld met historische foto’s die de publicatie levendig maken”, besluit Piet Vancoillie.

De publicatie kost 12 euro en is verkrijgbaar in het museum Eperon d’Or.

De schoenmakersopleiding in de Izegemse Vrije Vakschool in 1932. Op de foto onder andere E.H. Desmet en de leraars Jules D’Hondt en Jules Neirynck.

In 1923 startte het derde jaar van de schoenmakersafdeling in de Izegemse Vrije Vakschool. Op de foto vakleraar Canniere (rechtstaand) en de leerlingen André Vercaemert, Kamiel Duyvejonck, Georges Clinckemaillie, Kamiel Verkaerre, Belaen, Marcel Oosterlinck, Maurits Wulbrecht, Maurits Perneel en Valeer Decru.