Provincie moet WO I - toeristen ook na herdenkingsperiode blijven lokken

Tijdens de bespreking van de meerjarenplanning vroeg provincieraadslid Kurt Himpe (N-VA) om impulsen uit te werken om de toeristen die West-Vlaanderen bezoeken in het kader van de Eerste Wereldoorlog ook na de herdenkingsperiode te behouden.

“De honderdduizenden bezoekers voor de herdenking van de oorlog zijn een grote troef voor West-Vlaanderen. Het is dus zeer belangrijk dat we ervoor zorgen dat we deze bezoekers niet alleen op korte termijn warm maken en houden voor onze provincie. We moeten verder denken en ook op middellange en lange termijn denken”, aldus Himpe.

“Eén van de actieplannen is het opvolgen van evoluties in bezoekersvolumes en profielen van de toeristen tijdens de Herdenkingsperiode 2014-2019 op basis van tellingen en onderzoek. Maar onze fractie mist in de meerjarenplanning een belangrijk aspect. Er moeten ook specifieke acties ondernomen worden om deze toeristen kennis te laten maken met het ruimere aanbod van de provincie. Sta me toe een vergelijking te maken: een restaurant maakt niet enkel reclame voor het ruime aanbod van voorgerechten. Als de klanten na het voorgerecht vertrekken, dan zal dit restaurant klanten verliezen. Er moet meer zijn, er moet ook een goed hoofdgerecht en dessert zijn. De mensen moeten nieuwsgierig zijn naar meer, zonder een indigestie te hebben. Deze vergelijking gaat zeker op als we het hebben over de herdenking van de Eerste Wereldoorlog. Toeristen moeten op het moment zelf voldoende appetijt krijgen naar meer in onze provincie, zodat ze op middellange of lange termijn opnieuw naar onze regio afzakken”, besloot provincieraadslid Himpe.

Gedeputeerde Franky De Block (SP.A) antwoordde dat er aandacht zal besteed worden aan het terugkomtoerisme, maar provincieraadslid Himpe stelde, gelet op de belangrijkheid voor het toerisme in West-Vlaanderen, voor om hierover een specifiek actiepunt in de meerjarenplanning op te nemen.